“…de cultuursector moet vooral weer duidelijk gaan maken wat cultuur is en wat het bijdraagt aan de maatschappij. […] Het is daarom de vraag of het tweede lid van de vergelijking uit andere sectoren moet bestaan (los van het feit dat de cultuur niet opeens namens de andere sectoren kan spreken, zet het de cultuur teveel als een sector neer), maar uit een ander betekenisveld; termen die gevallen zijn:

– kunst is leven
– is civilisatie
– is burgerschap
– is toekomst
– is menselijk/humaan
– is moraal/waarden etc. …”

Fragment uit een langere discussie over de rol van kunst in de maatschappij. Het volgende is een deel van mijn reactie daarop.

 

Het moet duidelijk zijn dat het volgende geen poging is om kunst opnieuw te definiëren of een wetenschappelijke tekst te schrijven. Het is een aanzet tot een zoektocht naar een ‘common denominator’, die representatief en herkenbaar is, maar ook geen afbreuk doet aan de kunst.

Eerst kwam de mens, daarna de kunst en, als laatste van die drie, de maatschappij. Wat de kunst dan ook mogen zijn, het is geen ‘diender’ van welke maatschappijvorm dan ook; individuele kunstwerken, stromingen, kunstenaars etc. kunnen dat wel (tijdelijk) zijn, maar ‘de kunst’ niet. Als we de noodzaak van kunst ten opzichte van, of in een maatschappij willen verklaren, moeten we niet van binnenuit een bepaalde maatschappijvorm beginnen, maar juist nog verder naar achteren stappen en kijken naar hoe kunst heeft gefunctioneerd in allerlei maatschappijvormen. Dit betekent ook dat wij geen waarden of begrippen moeten gaan hanteren die maatschappij-gebonden (functioneel of wenzelijk) zijn, maar eerder zoeken naar begrippen die de kunst eigen zijn.

In het citaat bovenaan staan een aantal voorstellen van wat kunst zou kunnen zijn. Wat gelijk opvalt is dat als je de stelling omkeert je in de problemen belandt: Kunst is leven, ok, maar: Leven is kunst, Civilisatie is kunst, Toekomst is kunst, Burgerschap is kunst, Moraal is kunst (!)? De kunst wordt teniet gedaan. We kunnen kunst niet zomaar equivalent maken aan een begrip dat afkomstig is van binnen de maatschappij, of een begrip dat zo groot is dat het zinloos wordt (Leven, Toekomst etc). Ik zou ook geen kunst willen die Burgerschap of Moraal voorstaat – ik heb liever kunst die ongehoorzaam en rebels is. En voor vele kunstenaars in de geschiedenis is kunst de dood geweest – kunst maken of liefhebben is zeker geen garantie voor een lang leven of rooskleurige toekomst. Kunst is dus niet ‘goed’. Kunst kan zulke absolute waarden juist helpen ontmaskeren of relativeren.

Kunst wordt uit inspiratie geboren. Wat dat is, en hoe dat komt durf ik niet zeggen, alleen weet ik dat het zo is. Er komt ook kennis, nieuwsgierigheid en andere aspecten bij kijken, maar zonder inspiratie, iets van ‘buiten’ de bewustzijn van de kunstenaar zelf, wordt een kunstwerk hooguit middelmatig. We kennen ze wel (en maken ze soms), ze ‘kloppen’ wel maar ze doen ons niets. Maar een geïnspireerd kunstwerk daarentegen kan de wereld van de beschouwer helpen veranderen. Het is die inspiratie dat het kunstwerk doorgeeft aan de beschouwer. De beschouwer kan zich hierdoor laten inspireren tot gewelddadige acties, filosofische overpeinzingen, maatschappelijke reflectie etc. Het is niet de kunst of het kunstwerk an sich die ‘een spiegel voorhoudt’, het is de beschouwer die geïnspireerd raakt door het werk en reageert op die inspiratie door ‘een spiegel voor te houden’. Een installatie van Thomas Hirschoorn, een ruiterbeeld van Napoleon of een buffel in een grot zijn allemaal dragers van inspiratie, als we ons openstellen kunnen we er zelf door geïnspireerd raken. Dat betekent ook dat we de kunstwerken niet hoeven te ‘begrijpen’. Een kunstwerk kan tot een zekere hoogte begrepen worden, maar belangrijker nog is dat we erop reageren. Kunst is actief, en dwingt actie (bijv. reflectie) af bij de toeschouwer.

Mijn stelling is dat we kunst nodig hebben als mens en maatschappij, omdat kunst iets doet eerder dan dat het iets is. De rol van kunst in de maatschappij is: Kunst inspireert.

Kunst inspireert de maatschappijcriticus, de politicus, de wetenschapper, het schoolkind, de ontwerper, de filosoof etc. tot actie, reflectie, inzicht etc.

Zoals inspiratie vitaal is voor de kunstenaar, zo ook de kunst in de maatschappij omdat zij inspiratie biedt aan de beschouwers en via hen aan de maatschappij. Zonder die inspiratie stagneert de maatschappij, elke maatschappijvorm, daar zijn de voorbeelden van legio.

 

 

Rune Peitersen