This piece was written for Platform BK and first published on Dec. 7th 2015, http://www.platformbk.nl/2015/12/maatschappelijk-belang/

Afgelopen vrijdag 4 december gaan in Den Haag de deuren van presentatie-instelling GEMAK voor het laatst open. GEMAK is de zoveelste kunstinstelling die zich sinds de bezuinigingen van Rutte I genoodzaakt ziet te sluiten. Zelfs met de recentelijk toegezegde 10 miljoen zal dit ook niet de laatste instelling zijn; de uitholling van de kunstsector gaat onder Rutte II onverminderd door.

GEMAK heeft van de trieste gelegenheid gebruik gemaakt om naast een tentoonstelling met de veelzeggende titel Exit GEMAK: All Art is Political | Kunst = Politiek, een aantal mensen uit het kunstveld uit te nodigen voor een gesprek. In een volle zaal spreken Bianca Runge, Niels Post, Arno van Roosmalen, Birgit Donker, Irene de Craen, Jean Bernard Koeman en (wethouder) Joris Wijsmuller onder leiding van Koen Kleijn over de rol en positie van presentatie-instellingen. Hoewel Kleijn zijn best doet om het gesprek te laten eindigen op een vrolijke, toekomstgerichte noot, is het duidelijk dat die gewenste vrolijkheid niet afdwingbaar is. Sinds de bezuinigingen van Rutte I zijn er grote financieringsproblemen en voor veel presentatie-instellingen zijn de toekomstperspectieven zo onzeker dat sluiting vaak voelt als een opluchting. Dat hierdoor grote schade wordt aangericht aan de voorwaarden voor een gezond kunstklimaat is onvermijdelijk en daar zal weinig verandering in komen zolang de overheid het belang van een brede bodem – de humuslaag – onder de bejubelde ‘top’ niet begrijpt.

Arno van Rosmalen merkt terecht op dat het veld een grote blunder heeft begaan door tijdens de bezuinigingsronde mee te gaan in de politiek-ideologische idee van het economisch belang van de kunsten voor de samenleving. Hij concludeert dat we in plaats van de economische waarden van kunst te gebruiken als rechtvaardiging voor overheidsfinanciering, het maatschappelijk belang van kunst(-instellingen) moeten benadrukken om zo draagvlak te creëren voor kunst(financiering). Daar zijn de panelleden het roerend mee eens, en de term ‘maatschappelijk belang’ wordt daarna herhaaldelijk in de mond genomen.

Als je een woord te vaak hoort, wordt het soms gereduceerd tot een raar geluid dat blijft rondslingeren in je gedachten zonder dat het nog echte betekenis heeft. Zo blijft de term ‘maatschappelijk belang’ in mijn hoofd spoken na het gesprek – er is iets dat niet klopt. Het klinkt allemaal logisch en redelijk: wie wil nou geen maatschappelijk belang dienen en kunst maken die impact heeft? Maar zoals ook de toepassing van het woord ‘ondernemer’ op de kunstenaar laat zien, zijn dit soort labels nooit onschuldig (of apolitiek) en zelden eenduidig. Bij mij roept het een aantal vragen op. Weten we überhaupt wat er bedoeld wordt met ‘maatschappelijk belang’ of is het een (goedbedoelde) loze, manipuleerbare term die ingezet wordt om kunst onschadelijk te maken?

Waarom moet de kunst überhaupt maatschappelijke (of andere) belangen dienen? Levert dat ‘goede’ kunst op? Is de kracht van kunst niet juist dat het geen voorop gelegd belang hoeft te dienen? Wat zouden we zeggen over kunst die in de Sovjetunie gemaakt wordt onder de noemer ‘maatschappelijk belang’? Of, iets dichter bij huis: welk maatschappelijk belang wordt gediend door de tijdens de Koude Oorlog door de CIA gesponsorde kunst(enaars)?

Wie bepaalt wat het maatschappelijk belang is? En welke waarden en ideeën zitten achter die bepaling? Kan het belang radicaal of destructief zijn? Mag dat? Zo niet, wat zegt dat dan? En welke belangen en waarden draagt onze huidige maatschappij eigenlijk uit?

In onze huidige maatschappij lijkt geld verdienen het belangrijkste (of eigenlijk het enige) levensdoel te zijn. Het is een maatschappij waar winst belangrijker wordt geacht dan het in stand houden van de maatschappelijke infrastructuren van zorg, onderwijs, openbaar vervoer, energievoorziening, kunst en cultuur; structuren die bijdragen aan het creëren van gelijke kansen voor mensen die of niet vermogend geboren zijn of zich niet aangesproken voelen door een leven van winstbejag. Het is een maatschappij waarin grootvervuilers en grootkapitaal speciale regelingen wordt aangeboden om geen belasting te hoeven betalen, maar waar mensen die op of onder een bestaansminimum leven voortdurend te horen krijgen dat ze lui en onrendabel zijn en daarvoor ook gestraft worden door een korting op hun uitkering. Het is een maatschappij die zo angstig en wereld(ver)vreemd is geworden dat de regering zich niet wenst te ontfermen over mensen – gevlucht van oorlogen waar zij zelf deel aan hebben – die sterven aan onze deurtrede, en de achterliggende oorzaken daarvan (illegale oorlogen, steun aan totalitaire regimes, klimaatverandering, sociaaleconomisch ongelijkheid etc.) nauwelijks onderkent, negeert of zelfs probeert te verdoezelen. Als de prioriteiten en handelingen van een maatschappij iets zeggen over diens belangen – en daar mag je wel vanuit gaan – dan is het zeer de vraag of dit belangen zijn die ‘de kunst’ zou moeten willen steunen.

Het lijkt mij belangrijk om als kunstenaar, presentatie-instelling en veld als geheel goed na te denken over welk maatschappelijk belang we nou precies dienen. En te realiseren dat maatschappelijk belang wellicht iets geheel anders is dan het algemeen belang. En als dat zo is, zou het misschien zo kunnen zijn dat om het algemeen belang te dienen wij soms tegen het maatschappelijk belang in moeten gaan.

Rune Peitersen, december 2015

Rune Peitersen