First published 08-04-2019 at Platform BK, http://www.platformbk.nl/de-aasgieren-van-het-neoliberalisme/

In de politieke ornithologie wordt sinds de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart jl. veel geschreven over vogels en mythologische dieren. Over de ware betekenis van deze geheimzinnige boodschappers uit het verleden is men nog niet helemaal uit, maar vast staat dat het een voorbode is van iets groots en dramatisch dat gaat gebeuren. Dit brengt angsten met zich mee en zorgt voor een politieke retoriek die de kiezers moet opzwepen en ervan overtuigen te stemmen op de verlosser van het moment. ‘Hij’ is meestal makkelijk herkenbaar. Hij gedraagt zich anders dan anderen: hij kent dé antwoorden en twijfelt nooit, alsof zijn kennis van hoger hand afkomstig is. Hij kleedt zich anders, is kaal of heeft een bijzondere haardos, zoals een kroon of een aureool op een prerafaëlitisch schilderij. Hij staat buiten de wereld van de gewone politiek, en toch zegt hij de gewone man te vertegenwoordigen, voor hem lijdt hij.

Het messianisme of martelaarschap als politiek stijlmiddel is zeer bedenkelijk en roept terechte vergelijkingen op met ‘verlossers’ uit het verleden en het heden. Het is mij onduidelijk wie er profiteert van de politicus als verlosser met loze beloften; de open samenleving, de democratie of de rechtstaat zijn het zeker niet. Dat dat ook niet de bedoeling kan zijn, wordt duidelijk als we kijken naar de plannen uit de verkiezingsprogramma van FvD of PVV. Ze zijn onbetaalbaar, onuitvoerbaar en vooral te ongedefinieerd om überhaupt opgevat te worden als een reële mogelijkheid.[1] Het gaat dus vooral om stemmingmakerij en symboolpolitiek die is gestoeld op beelden van angst en verafgoding. Het is een retorische truc die de aandacht afleidt van waar politiek werkelijk om zou moeten gaan: de bescherming van de zwakkeren in de samenleving onder andere door middel van de rechtvaardige verdeling van publieke middelen.

Des te belangrijker is het om niet te vergeten dat de hedendaagse roep om ‘sterke mannen’ niet uit het niets is ontstaan. Evenmin kan deze roep niet los worden gezien van de politiek en de politici die er mede voor hebben gezorgd dat er een klimaat ontstaan is waarin we nauwelijks meer op kijken van de zoveelste uiting van onkunde, agressie en haat.

De Nederlandse wegbereiders van Pim Fortuyn, Geert Wilders en Thierry Baudet zijn te vinden in de neoliberale politiek van de laatste vier decennia: Wim Kok, Jan Peter Balkenende en Mark Rutte. Zonder de neoliberale politiek van deze traditionele ‘volkspartijen’ zou de mythische ‘hardwerkende Nederlander’ waarschijnlijk geen behoefte hebben gehad aan het soort houvast dat de nieuwrechtse populisten proclameren te bieden. Met het ‘afschudden van de ideologische veren’ van Wim Kok werd de manager-politicus geboren, die zich in Jan Peter Balkenende verwonderd afvroeg hoe het nou zat met de ‘normen en waarden’ van de ideologieloze samenleving. Helemaal los van ideologie was de nieuwe politiek natuurlijk niet, ‘pleur op’ zegt Mark Rutte als je je niet aanpast aan de nieuwe werkelijkheid; ieder voor zich maar allen voor de tot goddelijk verklaarde winstmaximalisatie.

Was er ruimte ontstaan voor de heimweeverhalen waarin nieuwrechts sinds Fortuyn grossiert zonder het blinde geloof in een vrije markt, die met haar onzichtbare hand de economische middelen optimaal verdeelt, en de daaropvolgende grootschalige uitverkoop van alles wat een samenleving een samen-leving maakt? Als men alles afbreekt wat is opgebouwd om mensen in een samenleving bij elkaar te brengen – openbare infrastructuur en communicatiediensten – , om iedereen een gelijke kans te geven – gezondheidszorg en onderwijs -, alle diensten om medemensen aan een waardig bestaan te helpen – sociale woningbouw en sociale voorzieningen als bijstand en pensioen -, en als men vraagt dat iedereen voor zichzelf gaat zorgen, dan mag het niet verbazen dat de consequenties daarvan zijn dat het beeld van een bevolking uit elkaar valt zoals het politieke landschap versplintert.

In deze maatschappelijke verhoudingen, waar in plaats van solidariteit en medemenselijkheid het primaat van competitie heerst, ontstaat angst voor alles en iedereen. Op wie kun je vertrouwen in een samenleving waarin ieder individu verantwoordelijk wordt gemaakt voor en afgerekend op het succesverhaal van het eigen leven? Welke menselijke (ver)banden bestaan er nog in een wereld van het absurde mensbeeld van het neoliberale gedachtegoed waarin je wordt geïndividualiseerd en niet verbonden mag zijn met anderen? In dit gat van gedwongen economische onzekerheid en existentiële leegte springen de messianistische politici, met geruststellende en makkelijk behapbare verhalen. De burgers die zich uit wanhoop, angst of woede laten verleiden door deze verhalen kiezen voor vermeende zekerheden; beter de duivel die je kent dan een engel die jou niet begrijpt. En zo verzamelen de populistische aasgieren zich, om de laatste restjes van het door het neoliberalisme uitgeholde karkas van de verzorgingsstaat te verteren.

Maar let wel, de rechtspopulisten kunnen dit niet alleen. Zelfs met 15% van de stemmen krijgt FvD weinig voor elkaar. Om de nieuwrechtse agenda verder te promoveren en het gehele politieke debat nóg verder naar rechts te verschuiven, heeft FvD andere partijen nodig. Het is nu aan deze partijen om te laten zien waar ze (voor) staan. Gaan ze ‘de verlosser’ legitimeren en daarmee zijn agenda ondersteunen onder het mom van ‘de kiezer heeft gesproken’, of nemen ze een principieel standpunt in tegen een partij die openlijk spreekt over medemensen als inferieure rassen, vrouwen als prooi en zuiveringscampagnes onder academici, journalisten en kunstenaars die ‘te links’ zouden zijn? Gezien de inspanningen van formateur en VVD mastodont Hans Wiegel om een coalitie met FvD te smeden in Zuid-Holland, is het antwoord al gegeven:

“VVD-leider Floor Vermeulen is blij dat Wiegel de VVD erbij wil hebben. ‘Wat de VVD betreft is samenwerking met alle partijen denkbaar, het gaat om de inhoud.’”[2]

Thierry Baudet mag dan de meest recente vertakking zijn van de nieuwrechtse boom, zijn politiek, ‘de inhoud’, is een regelrechte logische voortzetting van de politiek van de afgelopen decennia. Als we de politici die verantwoordelijk zijn voor zijn ontstaan ineens laten doen alsof híj fundamenteel anders is, geven we ze carte blanche om te doen alsof hun neuzen bloeden.

Het is ook aan u en mij, wij als burgers, om dit politieke spel te doorgronden en de politici te dwingen nieuwe vormen van samenleven te bedenken. Er zijn aanzetten: de wereldwijde klimaatmarsen van jonge mensen die pleiten voor een socialere omgang met de planeet en onze economische middelen; de opstand tegen Brexit na het pijnlijke, leugenachtige debacle van de neoliberale Britse regering van de afgelopen drie jaren; en zelfs de Franse ‘Gilets Jaunes’ die zich in korte tijd ontpopten tot een machtsfactor die het President Macron moeilijk maakt. Allen hebben ze gemeen dat ze ontstaan zijn uit dezelfde afkeer tegen de neoliberale There Is No Alternative politiek (TINA) zoals ingezet door de Britse premier Margaret Thatcher in de jaren ‘80.

Er zijn wel degelijk alternatieve manieren van samenleven mogelijk. Als we het neoliberale mensbeeld en bijhorende mensvijandelijke normen en waarden durven te verwerpen, dan kunnen we dromen over en werken aan een samenleving die gebaseerd is op waarden als nieuwsgierigheid, vertrouwen en ruimhartigheid richting de ander, één die recht doet aan het feit dat verreweg de meeste mensen liever vreedzaam samen leven met en leren van hun buren, dan dat ze bij voorbaat de ander uitsluiten uit angst of onbegrip. Als we het aandurven om de egoïstische koers van de afgelopen decennia radicaal te veranderen en plaatsmaken voor verbondenheid, want onderlinge competitie is leuk in de sportschool, maar biedt geen basis voor het oplossen van gezamenlijke problemen die collectieve ingrepen en oplossingen eisen. Als we ons realiseren dat zowel de klimaatverandering als de economische ongelijkheids niet enkel met oppervlakkige groene ingrepen opgelost kunnen worden, maar dat er een radicale omslag moet komen in de economische structuur van onze globale samenleving. En als we ons realiseren dat wij in het ‘boreale Westen’ zullen moeten leren dat grootsheid niet zit in wie het meeste bezit, maar – zoals bij de vroegere Germaanse volkeren – wie het meeste geeft. Dan hoeven we ons niet laten verleiden om op oorlogspad te gaan in een gammel renaissance-fregat met tot slaaf gemaakte medemensen en gestolen goederen in de lastruimte en een dictator aan de helm, maar kunnen we samen in een vloot der volkeren op ontdekkingsreis gaan richting een inclusieve, sociale en duurzame samenleving, waarin we niet alleen praten over onze ‘waarden en normen’, maar deze ook daadwerkelijk uitdragen en er trots op zijn.

 

[1] Zie bijvoorbeeld het artikel van Jesse Frederik over de kosten van de plannen van FvD. https://decorrespondent.nl/9336/dit-kosten-de-plannen-van-forum-voor-democratie/4537139575320-646c19c4

[2] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/hans-wiegel-wil-in-zuid-holland-fvd-vvd-en-nog-drie-partijen-in-het-provinciebestuur~bccb3650/

Rune Peitersen